NIEUWS
WIJZIGING VAN DE JEUGDWET: DE ANALYSE KLOPT, MAAR DE OPLOSSING IS ERGER DAN DE KWAAL

14 september 2020

Het kabinet wil de Jeugdwet 2015 wijzigen. Daar is alle reden voor want er zijn veel klachten over gebrekkige toegang van jongeren tot de juiste hulp
op het juiste moment en over veel te hoge overbodige transactiekosten, zoals administratieve lasten en coordinatie-, afstemming-, regiekosten. Wij
schatten op grond van gepubliceerd onderzoek en eigen case-ervaring dat ongeveer 40-50% van het budget voor jeugdhulp hieraan op gaat. Terecht
signaleert de concept-MvT dat dit evident falen wordt veroorzaakt door een gebrek aan samenwerking binnen de jeugdhulp-keten.

De kern van de beoogde wetswijziging is dat gemeenten samen op regieniveau een regio-visie moeten ontwikkelen, met daarin (heel gedetailleerd
voorgeschreven) strategische doelen, analyse van vraag en aanbod, sturingsfilosofie. Vanuit deze visie moet de noodzakelijke hulp dan worden ‘ingekocht’. Bovendien moeten gemeenten zelf een ‘gemeentelijk toegangsplan’ maken dat aangeeft via welke kanalen jongeren hulp kunnen krijgen.

Het kabinet heeft in een recent afgesloten internet-consultatie haar visie voor commentaar open gesteld. Wij hebben hierop gereageerd. Wat ons opvalt
is dat het voorstel een overmaat aan vertrouwen in het vermogen van gemeenten om de toekomst te plannen, paart aan een nagenoeg volledige
afwezigheid van de jongere zelf. Wij denken dan ook dat dit wetsontwerp de problemen in de jeugdhulp NIET zal oplossen. Sterker…, het middel is erger
dan de kwaal:

– Inhoudelijk: bij de jeugdhulp gaat het erom in individuele, c.q. kleinschalige relaties de hulp . Als dat binnen gemeenten al moeilijk is,
waarom zou het dan makkelijker worden als je dat probleem ‘opschaalt’ naar een regionaal niveau? Bovendien is het te verwachten dat – heel pragmatisch

– de grenzen van de jeugd-regio in de praktijk gelijk opgaan met die van de veiligheidsregio; risico: het beeld wordt versterkt dat ‘jeugd’ primair een
‘veiligheidsissue’ is.

– Bureaucratisch: met het instellen van een regio die een regio-visie moet gaan maken en bijhouden, komt er alleen maar meer bureuacratie ipv
minder. Wij zien een rondreizend circus van gemeente-ambtenaren die samen visies ontwikkelen en evalueren en tegelijk in eigen huis onmachtig, want
met handen en voeten gebonden aan het ‘regio-beleid’. Dus: langere lijnen en doorlooptijden, meer in plaats van minder overbodige transactiekosten.

– Democratisch: tenslotte is er een democratisch probleem, want als wethouders van de verschillende buurgemeenten met elkaar compromissen
sluiten, zullen ze zich in hun eigen gemeente hierachter verschuilen, zodat de gemeenteraad feitelijk het nakijken heeft.

Dat er niet goed wordt samengewerkt komt niet omdat gemeenten te klein, of te ondeskundig zijn om die samenwerking te organiseren. Het kom doordat de
wet in 2015 de jeugdhulp als ‘markt’ organiseerde, waarin jeugdhulp-professionals en instellingen, vermomd als ‘aanbieder’ in
aanbestedingen als ‘concurrenten’ tegen elkaar op worden gezet. In die context zou het toch een ultiem mirakel zijn als die partijen, de dag nadat
de aanbesteding is afgerond en de contracten zijn getekend op vloeiende wijze kunnen samenwerken? Voor alle duidelijkheid: er wás geen ‘markt’ voor
jeugdhulp. Het leek de wetgever in 2015 een goed idee om te proberen een markt te creëren!

Helaas ontbreekt in de stukken van het kabinet iedere reflectie op de vraag of dit – wat ons betreft -gekunstelde ‘marktconstruct’ eigenlijk niet de
oorzaak is van het gebrek aan samenwerking en daarmee van de gebrekkige toegang en de veel te hoge overbodige transactiekosten.

In onze reactie schetsen wij een alternatief: het stelsel kan worden ingericht met focus op het lokale niveau, want dat is waar de jongeren wonen
en waar hun ouders, school, vereniging en huisarts zijn. Er is een landelijke catalogus waarin de jeugdhulpvormen zijn omschreven waar in Nederland alle jongeren recht op hebben en waar gemeenten er dus voor hebben te zorgen dat die vormen beschikbaar zijn. In het overleg tussen de door de gemeente gecontracteerde jeugdhulp-instellingen is de simpele vraag aan de orde: ‘Hoe gaan we (in deze keten) met elkaar om?’ en wel vanuit het perspectief van de concrete jongeren in de gemeente. Er zijn wetenschappelijk gefundeerde en in de praktijk getoetste methoden en technieken om dit te doen. Vanuit de ‘Hoe gaan we met elkaar om?’-vraag worden praktische, werkende (werk-)afspraken gemaakt vanuit en gebaseerd op de praktijk van de hulpverlening. Deze afspraken worden belegd in een ‘afspraken-wiki’ die breed toegankelijk is, zodat werkende afspraken in de ene gemeente, op zijn minst ‘werkbare’ afspraken zijn in andere gemeenten. Door deze wiki ontstaat dus een ‘turbo op het leren’. Met deze aanpak kunnen ‘waardelekken’ in de lokale jeugdhulpketens worden vervangen door ‘waardevolle verbindingen’.

Klik hier voor de volledige reactie van stichting Transactieland op de internetconsultatie.

HOE KOPPELZONES DE JEUGDZORG KUNNEN HELPEN

7 april 2020

Vandaag is in Binnenlands Bestuur een artikel verschenen over de problemen in de Jeugdzorg en de vraag hoe deze vanuit het perspectief van koppelzones kunnen worden aangepakt. Het artikel is geschreven in samenwerking tussen The Beagle Armada, bureau Stipter en Transactieland. Het is gebaseerd op een artikel dat door Bert Bröcking en Nanko Boerma vanuit #Transactieland is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Bestuurswetenschappen in juni 2019.

Wij zijn blij met deze aandacht: in de jeugdzorgketens zitten erg veel #waardelekken. Deze dichten en vervangen door Waardevolle Verbindingen draagt bij aan hogere kwaliteit van dienstverlening, een betere impact daarvan op de samenleving, meer werkplezier van professionals en lagere kosten.

klik hier voor artikel in Binnenlands Bestuur

BeterNU

20 november 2018

‘750 miljoen euro tekort in de jeugdzorg’. ‘Gevaarlijke situatie in de jeugdzorg’. ‘Midden-Groningen reageert alleen nog op acute hulpaanvragen.’ Een paar berichten van begin deze maand.

Passende zorg die ook nog eens betaalbaar is, lijkt alleen maar verder uit zicht geraakt. Iedereen kent wel een ‘Anja’, die van loket naar loket wordt gestuurd. Anja staat model voor steeds terugkerende problemen: wachtlijsten en tekorten in de jeugdzorg, zorgen over de ‘keukentafelgesprekken’ en de toewijzing van WMO-zorg.

Maar er is ook een Angelica. Zij opereert in het sociaal domein en vindt samen met ambtenaren en zorgverleners allerlei slimme oplossingen voor de genoemde problemen. Die oplossingen deelt ze met collega’s, niet alleen in haar eigen gemeente, maar ook in andere gemeenten en samenwerkingsverbanden.

De BETERnu-community brengt de Angelica’s bij elkaar. De professionals die over de grenzen van gemeenten en zorginstellingen heen zich neerleggen bij de bestaande problemen. Zij die actief concrete afspraken maken om concrete problemen op te lossen en die afspraken snel en effectief (landelijk) willen delen.

Meld je aan om de maandelijkse BETERnu-nieuwsbrief te ontvangen en word deel van de BETERnu-community: https://lnkd.in/d7TWsUn

Logistiek in een circulaire economie: de kernvragen verkend

5 november 2018

31 oktober 2018, 13.30, vergadercentrum Domstad in Utrecht: zo’n zestig experts op het gebied van logistiek vanuit bedrijven, overheden en kennisinstellingen ontmoeten elkaar. Doel: een hele praktische verkenning van obstakels die je tegen komt als je binnen logistieke trajecten aan de slag gaat met ‘circulaire economie’.
Na een korte plenaire aftrap was het tijd voor intensieve discussie over negen cases, in twee fasen, te weten:
• ‘pressure cooking’: De cases werden door case-inbrengers gepresenteerd aan de hand van 5 ‘slides’, waarna een intensieve discussie plaatsvond over de vraag: tegen welke obstakels zal deze case-inbrenger waarschijnlijk aanlopen? Dit leidde tot een forse oogst aan te verwachten ‘issues’.
• ‘recycling’: vervolgens kregen de case-inbrengers weer het woord om een oordeel te geven over de naar voren gebrachte issues, hetgeen uitmondde in een herformulering van de ‘kernvraag’ die zij zelf zien voor de uitvoering van hun case.
Voorbeelden: ‘Hoe kunnen we een effectieve logistieke ‘grondvorm’ (totaal-proces) ontwikkelen?’, ‘Hoe kunnen we het vertrouwen van ketenpartners in elkaar organiseren, zodat zij transparant zijn naar elkaar en data willen delen?’, ‘Hoe kunnen we opschalen van pilot naar dagelijkse praktijk?’, ‘Hoe kunnen we een business case ontwikkelen, gebaseerd op ‘true pricing’, waarbij alle kosten in de keten meetellen?’
Deelnemers waren erg tevreden over de hoge info-dichtheid en het strakke tempo in de conferentie die uitmondde in een – opnieuw -plenaire presentatie van de kernvragen van elk van de case-inbrengers. De opbrengst van de conferentie is hoog:
• Er is een groot aantal praktischer obstakels geïnventariseerd; dit is heel relevante ‘input’ voor de programmering door lectoren van praktijkgericht onderzoek
• Er zijn nieuwe netwerken ontstaan van experts die met elkaar verder willen werken aan de beantwoording van de verschillende kernvragen.
____________________________________________________________________________
Transactieland is – naast Dinalog en TNO – kennispartner van het lectorenplatform Logistiek. Samen met Het Groene Brein organiseerden wij deze conferentie. Medewerkers van Transactieland fungeerden als moderator van de deelsessies.
Lectorenplatforms zijn ingesteld op initiatief van NRPO-SIA, dat – als onderdeel van NWO – verantwoordelijk is voor het stimuleren van praktijkgericht onderzoek van hogescholen in relatie met het veld van beroep en bedrijf enerzijds en andere kennisinstellingen anderzijds.